Een bank vol geloof, hoop en liefde

bank vol geloof hoop liefdeIk had er vooral veel zin in. Diep van binnen voelde ik dat het een mooie middag zou worden, maar toch was er ook dat stemmetje. Dat stemmetje in m’n hoofd dat zei dat het ook best spannend was. De dag ervoor was ik op een feestje waar ik allerlei vragen kreeg over wat ik ging doen. Wat dan de bedoeling was, hoe ik het ging aanpakken, of alleen praten wel genoeg was en hoe ik mensen zo ver zou krijgen om mee te doen. Uh, geen idee, ik ging daar gewoon zijn en wel zien. En toch ging ik het me dus afvragen; wat als er niemand met me wilde praten, als niemand op mijn bank kwam zitten? Tja, wat dan eigenlijk? Dan zou ik een middag in m’n eentje op een bank op het plein doorbrengen.

Maar dat gebeurde helemaal niet. Bij aankomst zag ik al twee jongens op de bank zitten, de bank die die middag mijn thuis zou zijn. De bank waarop ik met totale vreemden in gesprek zou gaan over wat zij ook maar kwijt wilden. In het ergste geval wilden zij niks kwijt.  Maar het ergste geval was, net zoals in veel gevallen, in dit geval niet het geval.

Nadat ik de jongens had uitgelegd wat de bedoeling van de middag was, wilde één van de twee zijn verhaal maar al te graag doen. Hij praatte aan één stuk door over zijn zoektocht naar zingeving en hoe hij die had gevonden. Toen hij uitverteld was bedankte ik hem voor zijn openhartige verhaal, hij mij voor het oordeelloos luisteren en daar ging hij weer, ontdekken wat de rest van de Culturele Zondag hem te bieden had.

Na dit mooie verhaal was mijn dag al geslaagd. Mijn hypothese dat mensen behoefte hebben aan onverdeelde aandacht, ook al komt die van een vreemde (of misschien juist wel van een vreemde) was bevestigd. Ik weet dat N=1 in de statistiek niet zo geaccepteerd is, maar ik vond het voldoende bewijs. Veel tijd om daarbij stil te staan had ik niet, want N werd al heel snel veel meer dan 1. De mensen bleven neerstrijken op mijn bank, ik zat er geen moment alleen.

Aan het eind van de middag had ik een dwarsdoorsnede van Utrecht gezien; van jong tot oud, van hoogopgeleid tot laagbegaafd, van atheïstisch tot heel gelovig, van een beetje schuchter tot heel open, allemaal vertelden ze hun verhaal. Wat een bank en een luisterend oor al niet kunnen doen.

’s Avonds zat ik thuis op mijn eigen bank en bedacht me wat al deze mensen nou eigenlijk gemeen hadden. Ik kon niet anders dan concluderen dat ieder in zijn leven op zoek is. En dat het op die mooie zoektocht voornamelijk gaat over geloof, hoop en liefde. En een beetje onverdeelde aandacht.